Sara in Hawaii #2
Een fascinatie voor chocolade groeide uit tot een passie, en toen begon het zo erg te kriebelen dat Pantoufle op reis moest. Bestemming: Hawaii. Sara’s tweede gastpost lees je hieronder. Wie haar eerste postje wil lezen klikt even terug naar hier.
Ik dwaal rond in de tuin van Tom Sharkey, een van de belangrijkste spelers in cacaoland aan deze kant van ‘The Big Island’. Tom is een plompe, praatgrage zestiger met grijs haar dat in strengen van onder een besmeurde pet tegen zijn gezicht plakt. Afkomstig uit Californië, ooit wijnboer geweest, intussen al meer dan 10 jaar op The Big Island. Bestuurt zijn kleine imperium vanuit een keukentje waar dag en nacht chocola staat te pruttelen in een apparaat dat van ver op een ordinaire rijstkoker lijkt.

Hoe slonzig Sharkey ook is, des te betoverend is zijn tuin. Koffie en cacao verbroederen hier. De koffieplanten groeien op rijen, in een vierkant, dicht en hoog, hun takken vol besjes, rood, oranje en groen. Als je hun takken opzijbuigt en door ze heen loopt, onthullen ze de cacaoboomgaard. Er hangt een diepe vredigheid in de lucht. Dikke, rimpelige, baseballvormige vruchten groeien recht uit de stam en uit de takken van deze elegante bomen. Aan de top van elke tak schieten nieuwe bladeren felrood op. Witte-roze bloesems sieren stam en takken. Ik vind alle cacaovruchten (‘pods’) even prachtig: er zijn fluweelrode pods, dieprode, gele, oranje, en groene met een lichtroze blos.

Net voor ik Sharkey ontmoet, loopt zijn vrouw voor mij uit het gebouwtje binnen. “Have you tried the hearts?” Ze opent een grote koelkast en haalt er een mal met chocoladehartjes uit. “Take one!” maant ze me aan, terwijl ik denk dat chocola niet in de ijskast hoort te staan. Ik probeer de geur van het blokje op te snuiven, maar word alleen maar een klamme koelheid gewaar. De chocola proeft ruw en slijkerig. Not my favorite, maar wel robuust en diep ‘chocolatey’.

Sharkey heeft twee koffieshops in Hilo, het stadje nabij waar de tijd lijkt te zijn blijven stilstaan. Wanneer ik hem vraag of alle koffie die hij serveert van zijn eigen plantages komt, zegt hij: wel, om een pond koffie te maken zijn 3000 bonen nodig, dus wat denk je? Niet dus. De rest komt van de andere kant van het eiland, ‘the Kona side’, een regio met een goede koffiereputatie. Hij mikt er op om zoveel mogelijk koffie- en cacaobomen te planten op grond van rijke inwijkelingen die koffie en cacao wel een coole hobby vinden, of er van dromen om zelf chocola te maken, of gewoon net als ik gefascineerd zijn door cacao. Hij geeft zijn jonge boompjes gratis weg op voorwaarde dat hij daarna de cacao en de koffie mag oogsten.

We stappen in zijn aftandse pick-up truck. We rijden een eindje verder langs de Hamakua kust tot op een klein stukje grond. Vandaag komen we voor de koffie. Die moet geplukt want er hangen al besjes aan de takken te rotten. Sharkey en ik binden onze plukbakken voor. Dat zijn basically plastieken bakken die door een ronding op je buik passen en dan met een gordel op je rug vastzitten. Behoorlijk comfortabel. Hij laat me zien hoe hij de koffie plukt. De nauwgezetheid van het koffiezetten zoals ik dat in koffielab Zwart zag, voelt nu mijlenver verwijderd van de plakkerige besjes die ik in mijn bak laat vallen. Ik pluk snel en Sharkey praat de tijd vol.

Morgen zullen we hopelijk wat cacao plukken. Op het einde van de dag besef ik wat ik aan het doen ben. Als ik me tussen de cacaobomen begeef, voel ik me als een puzzelstukje op mijn plaats vallen. Ik kan nog steeds niet helemaal uitleggen waarom, maar ik voel me er thuis, mijn nieuwsgierigheid is onstuitbaar. Verliefd op een plant.

Maar er is nog iets dat me raakt. Ik begin in te zien wat er nodig is om chocola te maken. Intensieve arbeid, natuurlijke bronnen, tijd. Het werk is hard, de omstandigheden grimmig. Ik wil het allemaal zelf doen. Mijn lijf moet het ervaren. Het zeulen met zakken mest. Het snoeien van de boompjes. Aan een paar dollar per chocoladereep brengt dit voor Hawaiaanse boeren niks op. Enkel met chocolademaken zelf kan er een beetje geld verdiend worden. Daarom streven de meeste boeren er hier naar om ook die laatste stap zelf in handen te krijgen. Maar veel boomgaarden zijn nog jong. De oogsten onregelmatig. Het fermentatie- en droogproces van de bonen gebrekkig. Het kan best nog even duren voor Hawaiaanse cacao zich op de wereldkaart plaatst. In mijn leerzucht treur ik daar niet om, want als groentje is er nu nog een plaats voor mij in dit ontvouwende verhaal.
Wordt vervolgd!