puttanesca
Mijn liefste vriendin Jozefien aan het koken krijgen is een strijd die ik al verwoed jaren voer en waarbij ik pasta puttanesca beschouw als een eerste gewonnen veldslag.
Pasta puttanesca is namelijk zo simpel dat zelfs Jozefien er spontaan van in koken uitbarst. En als zij het kan, kan jij het ook. Beloofd. Dat mag ik zeggen, want ze weet dat ik haar graag zie.
Stouw een blik tomaten, olijven en ansjovis in je voorraadkast, duw een potje kappertjes in je frigo en je bent op elk moment klaar om een bordje puttanesca te fixen. In geen tijd een lekkere pasta, met als bonus een naam als een vloek van een getatoeëerde schipper. Gaan.
Dit heb je nodig
- 200 gr spaghetti
- 3 el olijfolie
- 2 teentjes look
- 1 grote sjalot (of 2 à 3 kleine)
- 1 handvol peterselie
- 50 gr/1 blikje ansjovis
- 3 el kappertjes
- 100 gr zwarte olijven
- 400 gr tomaten uit blik (goede kwaliteit)
- oregano
- chili- of paprikapoeder
- zwarte peper en zout
- beetje parmezaanse kaas
Zo maak je het
Snijd de teentjes look en de sjalot fijn. Hak de peterselie. Verhit de olijfolie in een grote pan, bak de look en sjalot. Laat niet bruin kleuren. Doe de helft van de gehakte peterselie mee in de pan. Kruid eventueel met wat chilipoeder als je een pikante saus wil, anders met wat paprikapoeder.
Haal de ansjovisfilets uit de olie en bak mee. Snijd de olijven in grove stukken, laat even meebakken samen met de kappertjes. Giet de tomaten in de pan, en zet het vuur wat hoger. Laat 5 minuten op stevig vuur pruttelen. Kruid met zwarte peper, oregano en eventueel wat zout (proef of het nodig is, de ansjovis is al vrij zout). Meng de rest van de gehakte peterselie eronder.
Kook de pasta in een grote hoeveelheid gezouten water gaar. Houd voor je de pasta afgiet een kopje kookvocht apart. Giet pasta af en meng met de saus. Voeg eventueel wat kookvocht toe om de saus en pasta beter te mengen. Dien op met geraspte parmezaanse kaas.