pruimenclafoutis
De pruim is zonder twijfel het kneusje onder de steenvruchten. Hij wordt moeiteloos overschitterd door de perzik, nectarine en kers.
Bovendien doet hij zelf ook niet echt zijn best om in de smaak te vallen. Een pruim laat zich niet snel treffen op het juiste moment. De ene ogenblik is hij nog hard en het volgende alweer overrijp en melig.

Ik had het bijna opgegeven met de pruimen, toen ik ontdekte dat deze onfortuinlijke vrienden onwaarschijnlijk lekker zijn in clafoutis. Meer zelfs, in alle warme bereidingen. Blijkt dat de pruim gewoon een beetje gestoofd of gekookt of gebakken moet worden en dan lekker zacht en zurig zoet wordt. Net op tijd, beste vriend.
Geef de pruim dus het voordeel van de twijfel, en stop ‘m in dit delicieuze dessert (ik deed er nog wat witte aalbesje bij, voor de frivoliteit). Eet de clafoutis lauw met een beetje verse kaas of yoghurt.

Dit heb je nodig
- 3 eieren
- 250 ml melk
- 120 gr suiker
- zaadjes uit 1 vanillestokje/1 zakje vanillesuiker
- snuifje zout
- 80 gr bloem
- 40 gr boter + wat extra om in te vetten
- 5 à 6 pruimen (voldoende om de bodem van je schaal mee te bedekken)
Zo maak je het
Vet de schaal in met boter. Klop de eieren met de melk, suiker, vanille, zout en (gezeefde)bloem tot een glad beslag. Smelt de boter en klop deze ook door het beslag. Leg het fruit op de bodem van de schaal en giet het beslag erover. Bak 20 minuten in een voorverwarmde oven van 180°. Eet de clafoutis lauw. Lekker met een beetje volle platte kaas.