Boerenkoolchips met ansjovisdip
Ik sta bekend als een ruimdenkende kok met een groot hart voor groenten. Als kind waren spruitjes mijn lievelingsgroente, hetgeen toch van een open geest getuigt – en ook wel van een licht superioriteitsgevoel gepaard gaand met zo’n overhaast mature smaakzin. Bij elk spruitje dat ik met veel gusto in mijn mond stopte groeide mijn dédain voor het onvolgroeide smakenpalet van mijn tafelgenoten. Ook witloof, asperges, spitskool, bloemkool, savooikool, schorseneren, pastinaak en peterseliewortel behandel ik liefdevol en kan ik omtoveren tot een feestelijke dis. Maar één groente is een doorn in mijn oog. Eén groente confronteert me met mijn culinaire onvolmaaktheid. Eén groente ligt mij immer gemeen krullend uit te dagen: de boerenkool.
Ik ontmoette de boerenkool voor het eerst toen ik een gigantisch boeket groene stugge bladeren in mijn wekelijks groentepakket ontwaarde. Ik zocht op wat die snoodaard van een bio-boer in mijn zak had gestopt en ontdekte dat het de nationale groentetrots van onze noorderburen was: boerenkool. In het bijzonder lekker met rookworst, las ik. Ik trok mijn wenkbrauwen hoog op en wegens geen ruimte in de groentelade zette ik het boeket boerenkool in een vaas op tafel. Van daar bleef het mij verwijtend aanstaren. Ik hoopte dat het snel zou verwelken zodat ik het onding op de composthoop kon zwieren om mijn falen niet langer te moeten confronteren. Maar boerenkool is sterk, onze staarwedstrijd duurde niet minder dan 3 weken.

Bleek dat het seizoen van boerenkool zich eindeloos uitstrekt, van oktober tot maart. Wat het mij als seizoensgebonden eter wel erg moeilijk maakte om boerenkool eeuwig te blijven negeren. Ik probeerde boerenkool te stoven, ik probeerde boerenkool te koken, ik probeerde boerenkool te roosteren. Ik gaf het op. Eén smet op mijn blazoen kon ik wel verkroppen. Tot ik onbezorgd zon en ontspanning ging opzoeken in California en mijn reisbestemming zich onverwacht ontpopte als een ware hinderlaag. De westkust van de USA bleek de bakermat te zijn van de boerenkool-hype die de States overspoelde. Wat begon als een zonovergoten reis werd algauw een onafwendbare wraaktocht van de genegeerde boerenkool. De Amerikanen hadden kale uitgeroepen tot superfood (vitamine A! Vitamine C! Vetzuren! Ijzer! Amper calorieën!) en vervolgens in alles verwerkt. Ik kon geen zak chips vastnemen of er bleek boerenkool in te zitten. Hij verschanste zich in elke smoothie die ik aan mijn lippen zette. En als ik nietsvermoedend sushi bestelde, keek de kale mij grijnzend aan van tussen de rijst en nori. Mijn moraal brak, boerenkool triomfeerde en ik zocht schoorvoetend toenadering tot de alom aanwezige hipster van het groenterijk.
Eens terug thuis begon ik voorzichtig, langs mijn neus weg, te informeren naar boerenkoolrecepten. Mijn grootste probleem bleek dat ik de boerenkool altijd en masse wou verwerken. Ik wou er een hele bussel doorjagen in één maaltijd. Terwijl bij boerenkool net het devies blijkt te zijn: met mate. Wat snippertjes hier, wat blaadjes daar. De smaak is namelijk vrij bitter en de textuur is onverwoestbaar. Eens ik mijn tegenstander leerde kennen, zag ik mogelijkheden. Een beetje boerenkool in de omelet, een paar blaadjes in de minestrone, wat chips van boerenkool als aperitief. En zo veroverde de boerenkool zijn plaatsje in mijn repertoire. Maar onze affaire blijft passioneel, opflakkeringen van verliefdheid slaan om in bitsige confrontaties en krachtig gevloek.
o
Dit heb je nodig
- 150 g boerenkool
- 1 el olijfolie
- 1 snuif zeezout
- 3 ansjovisfilets (uit blik)
- 1 teen look
- ½ citroen
- 1 tl mosterd
- 1 eierdooier
- 150 ml arachideolie (of andere neutrale olie)
- versgemalen peper
Zo maak je het
Door de koolblaadjes te roosteren in de oven verdwijnt alle taaiheid als sneeuw voor de zon. Wat je overhoudt zijn krokante chips die bijzonder goed matchen met de pittige ansjovis.
Verwarm de oven voor op 180 graden.
Verwijder de harde stelen uit de boerenkoolbladeren. Was de boerenkool en dep of zwier hem helemaal droog. Scheur de bladeren in grove stukken.
Leg de stukken op een met bakpapier bekleedde bakplaat en besprenkel met olijfolie en zout. Verdeel met je handen de olijfolie over de bladeren, zodat alle stukken goed bedekt zijn met een laagje olie. Bak in de voorverwarmde over ongeveer 10 minuten tot de blaadjes helemaal droog en krokant zijn.
Mix voor de ansjovisdip de ansjovisfilets, look, eierdooier, mosterd en citroensap met een staafmixer tot je geen stukjes meer hebt. Voeg dan al mixend langzaam de olie toe tot je een lopende mayonaise krijgt. Proef en kruid bij met peper.