biscuittaartje van speculaas met druiven
Ik houd niet van desserten. Dit jaar kwamen er welgeteld twee mijn keuken uit: gepofte appels in de oven met ahornsiroop én dit biscuittaartje van speculaas met druiven, hangop van geitenyoghurt, kaneelcrumble en in rum gemarineerde rozijnen. Een nagerecht zo kunstig dat ik versteld stond het zelf gemaakt te hebben.

Dat kwam omdat ik voor De Standaard Magazine aan de slag mocht met feestrecepten. Ik legde mijn idee aan Barbara voor: ”Pakjes! Onder de kerstboom horen pakjes. Als ik nu eens aan jonge chefs bij wie ik zelf graag zou gaan eten, vraag om me een cadeau op te sturen met daarin hun favoriete feestrecept én alle ingrediënten om het klaar te maken. Dan trommel ik Mayken op voor de foto’s, bind mijn koksschort voor en kook zo de perfecte feestdis bij elkaar.” Waarop ze antwoordde: ”Topgastronomie voor thuis aan de keukentafel: ik ben mee.”
Op het feestmenu stond een biercocktail van Ben Wouters van De Superette, groentenhapjes van Pieter Lonneville van Tête Pressée, een voorgerecht met gepocheerde eitjes van Magalie Verbaet van Ossip en een plat de résistance met houtduif van Vilhjalmur Sigurdarson van Souvenir. Voor het dessert zorgde Felix François van Het Vliegend Tapijt. Een jonge chef die enkele jaren geleden het restaurant van zijn ouders in de buurt van Kortrijk overnam. Het enige wat ik hem vroeg was om het me niet te moeilijk te maken. Dat ik niet graag dessert maak omdat ik dit te veel gedoe vind, verzweeg ik wijselijk.

Toen ik aan zijn nagerecht begon, bleek dat alles wat ik nodig had al vakkundig afgewogen was. Nadien moest ik hier stilletjes om lachen want eigenlijk is dit recept – ondanks zijn lengte – niet meer dan alle ingrediënten zorgvuldig afwegen en een biscuit maken, de rest wat erbij komt kijken kan je amper koken noemen. Een recept naar mijn hart dus. Waar je gegarandeerd mee scoort, niet alleen bij je gasten maar in de eerste plaats bij jezelf. Omdat jezelf eens goed overtreffen zo’n deugd kan doen.


Dit heb je nodig
- 500 g geitenyoghurt
- 50 g rozijnen
- bruine rum en appelsap (genoeg om de rozijnen te weken)
- 15 g bruine suiker
- 24 druiven
- enkele blaadjes ijzerkruid
- 25 g amandelpoeder
- 25 g boter
- 25 g bloem
- 25 g suiker
- 5 g gemalen kaneel
- 40 g eidooier
- 50 g witte suiker
- 25 g bloem
- 30 g gemalen speculaas
- 25 g amandelpoeder
- 20 g gesmolten boter
- 50 g eiwit
Zo maak je het
De hangop: hang de yoghurt op in een neteldoek en laat 3 uur uitlekken. Klop los en doe in een spuitzak. Marineer de rozijnen in rum, appelsap en bruine suiker. Snijd de druiven in tweeën.
De crumble: verwarm de oven voor tot 180 °C. Meng alle ingrediënten met de hand, tot je een zandachtige structuur bekomt. Strooi open op een bakplaat met bakpapier en bak gedurende 15 minuten in de voorverwarmde oven. Laat afkoelen en verkruimel.
De biscuit: klop de eidooiers met 30 g suiker tot een schuimige massaof ruban. Meng hier de bloem, het amandelpoeder en de speculaas onder. Spatel de eimassa onder het bloemmengsel en voeg de gesmolten boter toe. Klop de eiwitten stijf met 20 g suiker en spatel voorzichtig onder de massa. Neem een siliconemat en strijk de massa dun uit (ongeveer 1 centimeter). Bak af in een voorverwarmde oven van 180 °C gedurende 7 minuten. Laat afkoelen.
Werk af: Neem een serveerring van 10 cm diameter en steek rondjes uit het biscuit. Spuit er puntjes yoghurt op en bestrooi met crumble. Schik de druiven en de rozijnen erbovenop. Werk af met enkele blaadjes ijzerkruid.