Amandelkeitjes
Omkoperij met zoetigheden werkt. Dat is de eerste levensles die Sarah, onze kersverse stagiaire, leerde bij Alle Dagen Honger. Toen ze op gesprek kwam, haalde ze een wit doosje tevoorschijn waarin prachtige keitjes zaten, in poedersuiker gehuld. Het waren koekjes met amandel en zeste van bloedappelsien die ze vers voor ons had gebakken.
In ons hoofd begon een strijkorkestje te spelen toen wij beten in de koekjes. Ze zagen er hard uit, maar waren zacht en smaakten heerlijk marsepeinachtig.
Gelukkig is Sarah ook een getalenteerd en intelligent meisje en gaf niet de suiker maar haar innemendheid de doorslag. Maar deze koekjes zal ik niet snel vergeten en Sarah’s eerste taak bestond eruit om ons het recept te bezorgen.

Dit heb je nodig
- 2 eiwitten (van medium-eitjes)
- 240 g amandelmeel
- 100 g fijne suiker
- zeste van 2 (bloed)appelsienen
- 1 snuifje zout
- 1 zuinige tl kaneel
- 1 zuinige el vloeibare honing
- een kopje poedersuiker om de koekjes mee te bestuiven
- 2 vellen bakpapier
Zo maak je het
Klop de eiwitten op met een snuifje zout. Blijf kloppen tot ze heel stevig zijn en voeg al kloppend de suiker, sinaasappelzeste en de kaneel erbij.
Spatel zachtjes het amandelmeel onder het eiwitmengsel en daarna de honing. Het deeg is nog heel kleverig, maar moet voldoende stevig zijn om in balletjes te rollen. Als dat niet zo is, voeg je nog wat amandelmeel toe tot het hanteerbaar is.
Verwarm de oven voor op 160°C. Strooi op een stuk bakpapier flink wat poedersuiker uit. Rol balletjes van het deeg en rol deze door de poedersuiker tot ze rondom rond zijn ingepoederd. Leg ze op een bakplaat met een vel bakpapier, met ongeveer 3 cm ruimte langs elke kant. Bak de koekjes 15 à 20 minuten op 160°C.