Omnivore
Elk excuus is goed om naar Parijs te gaan, maar deze keer hadden Barbara en ik wel een heel goede reden om naar ginder te trekken: Omnivore. Een foodfestival met meer dan 30 chefs van over heel de wereld. Dat is een stevige beurt kookgeweld waar wij maar moeilijk aan kunnen weerstaan.
Drie dagen lang zaten we in een grote donkere zaal en keken naar het podium waarop de chefs hun ding deden. Klinkt saai. Ik weet het. Hoewel overdonderend misschien een beter woord is. Of dat is toch wat wij vonden van deze spoedcursus gastronomie. Nog nooit kregen we aan zo’n hoog tempo zoveel verschillende kookstijlen op ons bord.
o

Eigenlijk leerde ik Omnivore vorig jaar pas kennen door hun restaurantgids (ééntje die elke foodfreak in huis moet hebben, net als hun tijdschrift, dat is ook ‘n pareltje).
o


Het mooie aan Omnivore is dat ze niet alleen vasthouden aan gevestigde waarden maar ook veel aandacht hebben voor vers talent. Vele grote namen van nu stonden jaren geleden al bij hen op de planken. René Redzepi bijvoorbeeld, daar had nog niemand van gehoord toen hij voor de eerste keer naar het festival kwam.
En ook deze keer was het meer dan de moeite:
We werden verliefd op The Young Turks (hoewel we dit stiekem al een beetje waren) omdat ze op hoog niveau de Britse keuken restylen en niet vies zijn van een stevig rooftop restaurant.
o
o
Maar we vielen ook als een blok voor Dominique Crenn. Want hoewel complexe borden niet echt aan ons besteed zijn, vertelden die van haar een verhaal dat we begrepen. (Misschien omdat ze het hoofdingrediënt altijd herkenbaar in zijn geheel liet?) En met die grote tattoo van een vliegend varken op haar onderarm was ze ook nog eens ongelooflijk stoer. En mooi. En intelligent ben je ook als je dingen zegt zoals “on cherche pas de perfection, on cherche l’ evolution”.
Ja, natuurlijk waren er ook moleculaire kunstjes. Alleen kan je ons hiermee niet krijgen. Zeg nu zelf, wat bezielt een chef uit Singapore om mousse te maken van foie gras, die daarna op te rollen tot een perfect cilindertje waar een soort half lopende gelei van rode wijn uitgulpt wanneer je het opensnijdt. Mij lijkt zoiets eerder een vreemdsoortige ode aan de menstruerende vrouw. Maar ik hield wijselijk mijn mond.
En uiteraard werd er ook gegeten. Op onze laatste avond trokken we naar Saturne en schoven er aan bij een grote tafel vol Belgen. Want Davy van de Veranda stond er samen achter het fornuis met de chef van het restaurant, Sven Chartier. Een jonge god die je borden voorschotelt zoals hij er zelf uitziet: voornaam, verfijnd en puur.
o

Wie mij niet gelooft, wedden dat jullie dit na dit filmpje wel doen?
o
o
Maar de twee gasten van Aux Deux Amis deden ons hart het snelst slaan. We gingen er eten op onze eerste avond. En hoewel we dit niet op voorhand wisten, stonden ze de volgende dag ook op het podium. Daar waar iedereen kunst- en vliegwerk verrichtten, trokken zij eerst een goeie fles natuurwijn open en smeten daarna heel eenvoudig en vol overtuiging een makreel in de pan. Maar dat is voor volgende keer. Want de twee van Aux Deux Amis, die zijn een verhaal op zich waard.