Oesters

Barbara

Een koude, mistige zaterdag in februari. In de koffer vijf paar laarzen, een collectie schroevendraaiers, één hamer en een allegaartje aan werk- en afwashandschoenen. De ADH-delegatie is op weg naar Zeeland om oesters te rapen, te steken of te plukken. Wat het juiste werkwoord is om onze actie te beschrijven weten we op dat moment nog niet. We zijn op alles voorbereid.

Via de schimmige website van de plaatselijke duikclub hebben we ons geïnformeerd over de getijden. Om half twee zou het laag water moeten zijn. We zijn uiteraard te laat. Het moment dat we toekomen, beginnen de ervaren oesterverzamelaars zich al terug te trekken. We worden argwanend bekeken en blijken er uit te zien alsof we een initiatie nodig hebben. Kloppen op de oester om te horen of hij niet hol is en goed kijken of hij stevig gesloten is, zijn de twee vuistregels. Tot zover zijn we mee. En of ze lekker zijn? Als antwoord wordt er meteen een oester voor ons open gestoken.

Rapen blijk het meest geschikte werkwoord voor onze onderneming. De oesters liggen gewoon met duizenden tegelijk op de grond. Soms zitten ze vast aan een steen of aan elkaar, maar niets dat wat stevig wrikken niet kan oplossen. De gigantische bak vult zich.

Pas als er nergens nog een oester bij kan, staken we het werk. De oestermessen worden bovengehaald en met zicht op de opkomende vloedlijn inspecteren we de waren met een glas champagne in de hand.

Als je met Jo op stap bent, hoef je niet te vrezen voor slechte champagne. Onder haar goedkeurend oog verzamelen we ook nog het aperitiefhapje: kleine kreukeltjes die we van de stenen van de pier plukken.

Een solitaire wulkenplukker toont ons zijn buit. Maar daarvoor hadden we wel wat vroeger moeten opstaan, want die vind je enkel dieper in de zee, wanneer het water op zijn laagste punt is.

Eens terug thuis met onze buit, gaan een deel oesters de oven in, à la façon de Jean-Pierre. Al lang voor ik de geneugten van een rauwe oester ontdekte, pikte ik de warme oesters van mijn papa zijn bord tijdens het kerstfeest. Het is zo’n typisch familierecept zonder precieze afmetingen, dus staar je niet blind op het recept, maar doe naar smaak ‘een beetje meer van dit of van dat’.



gegratineerde oesters

dit heb je nodig voor een 12tal oesters

50 gr boter
3 sjalotten
1 groot glas witte wijn (2,5 dl)

25 gr boter
1 el bloem

zo maak je het

Snij de sjalotten heel fijn. Smelt de boter (50 gr) in een kleine kookpot, stoof de sjalotten hierin zacht, zonder dat ze bruin worden. Blus met de witte wijn en laat 5 à 10 minuten opkoken.

In een ander potje smelt je de resterende boter en voeg je de bloem bij. Laat de roux even bakken en voeg dan de saus van de vorige bereiding toe. Laat even doorkoken tot het dikt. Kruid met peper en een beetje zout.

Schik de oesters in een schaal. Als je geen geschikt bord hebt, kan je ze recht zetten in een ovenschotel door deze te vullen met zout. Schep op elke oester een lepel saus en laat ze even gratineren onder de gril.

Alle  prachtige foto’s en bewegende beelden in deze post zijn van de hand van de al minstens even prachtige Olmo Peeters.