kookboekenlijstje

Johanna

Als je pas een echte foodie bent wanneer je boekenkast minstens voor de helft gevuld is met kookboeken, dan moet ik jullie teleurstellen. Ik heb er zorgwekkend weinig. Als er het afgelopen jaar vier nieuwe zijn bijgekomen, is het veel. Maar wanneer Pieter mij enkele dagen geleden mailt met de vraag welke kookboeken hij op zijn kerstlijstje moet zetten, moet ik niet lang nadenken: Tender van Nigel Slater en De Smaakbijbel van Niki Segnit. Laat ik beginnen mijn absolute favoriet: Tender.

k

Untitled-4
k

Nigel Slater is mijn held. Hoewel van Britse komaf, weet hij precies hoe ’n eten ik het liefst op mijn bord heb: eerlijk, eenvoudig en met veel aandacht voor goede producten. Er gaat geen week voorbij of ik vergrijp me wel aan één van zijn recepten. Dit komt omdat ik na een drukke werkdag geen zin heb om uitgebreid in de keuken te staan en zijn boek uitpuilt van snelle maar originele gerechten.

Mooi meegenomen is dat je voor zijn recepten geen hele waslijst aan ingrediënten nodig hebt. Hij klaart de klus meestal met een paar basisproducten, wat kruiden en een fles goede olijfolie of een paar klonten boerenboter.

tender-tuin

In Tender gunt Nigel je een blik in zijn Londense groentetuin. Er worden zo’n dertigtal bekende en minder bekende groenten besproken (van rode biet tot aardpeer en pastinaak). Hij vertelt je hoe je ze zelf het beste kweekt en voorziet elk exemplaar ook nog eens van een tiental lievelingsrecepten.

Dat Nigel iemand is met smaak blijkt niet alleen uit zijn recepten maar ook uit het boek zelf, zelden kom je zo’n schoon kookboek tegen. En dan is er nog de manier waarop hij schrijft, alsof je samen met hem aan tafel zit en hij je onder het genot van een stevige ovenschotel en een goed glas wijn zijn keukengeheimen toefluistert.

Mijn tweede favoriet van het voorbije jaar is zonder twijfel De Smaakbijbel.
l

smaakbijbel-kaft

k
Toen
ik het boek een paar maanden geleden tegenkwam in de boekenwinkel, sloeg ik het lukraak open. De eerste zinnen die ik las, gingen over oesters: “Oesterpuristen halen hun neus op voor sjalottenazijn – een oester moet zonder iets gegeten worden, zelfs zonder citroen. Maar ik ben geen purist. Voor mij is oesters eten (en pas op, nu komt het) zoiets als al je kleren uitgooien en van het uiteinde van de steiger in het water springen. Het citroensap is de aanloop die plaatsmaakt voor de verkwikkende duik in de mineralen van de oester.”

Ik wist meteen dat ik een prachtstuk in handen had en kon niet anders dan het kopen. En hiervan heb ik nog geen seconde spijt gehad. Hoewel De Smaakbijbel niet echt een kookboek is, is het ideaal leesvoer voor kookmaniakken. Eigenlijk is het een uit te kluiten gewassen versie van de metalen kruidenwijzer die vroeger in zoveel keukens hing. In haar boek gaat Niki Segnit op zoek naar de ideale smaakpartners van 99 veelgebruikte ingrediënten. Om dit alles een beetje overzichtelijk te maken, groepeert ze de producten (van vlees, kaas en groenten tot specerijen, kruiden en chocolade) in een smaakwiel.

Untitled-3

Van elk product kom je te weten wat er lekker bij is en dat zorgt vaak voor verrassende combinaties. Hoewel er in het boek geen enkele foto staat, en slechts kort beschreven recepten, werkt het meer dan inspirerend. Ik gebruik het vooral wanneer ik iets wil klaar maken maar absoluut geen idee heb wat er bij kan.

Voilà Pieter, laat maar weten wanneer ik mijn benen onder tafel mag komen steken. Dan breng ik een stevig fleske mee en kletsen we bij.

l