GGO’s: het kind en het badwater

Gastpost

Op 20 oktober ontsluiert filosoof en bioloog Ruben Mersch (auteur van Oogklepdenken en columnist voor De Standaard) tijdens KRACHTVOER de kronkels en valkuilen in ons denken over GGO’s. Hoe komt het dat debatten over GGO’s vaak zo emotioneel geladen zijn dat rationaliteit niet altijd de bovenhand haalt?

Toen we enkele maanden geleden in de krant onderstaande column lazen, wisten we meteen: dit is de man die we zoeken. Lees even mee:

Heb je ze gezien, de ratjes? Het waren er drie en het leek alsof iemand ze volgepropt had met tennisballen. Franse onderzoekers hadden de beestjes op een dieet van genetisch gemanipuleerde NK603-maïs gezet en ja hoor:  ze ontwikkelden massaal tumoren. Volgens de kranten het bewijs dat ggo’s niet veilig zijn.  Groen politicus Bart Staes eiste een ogenblikkelijk moratorium voor alle nieuwe toelatingen van ggo-teelten,  minister van volksgezondheid Laurette Onkelinx stapte naar de bioveiligheidsraad en het debat barstte weer los.

Dat debat is eenvoudig samen te vatten: je hebt voorstanders en je hebt tegenstanders. Tegenstanders zien enkel doem en verderf. Ggo’s moeten verboden worden. Ze spekken de geldbuidel van Monsanto en consoorten en je krijgt er kanker, sarcoïdosis en jeuk op onbereikbare plekken van.  Elk onderzoek dat het tegendeel beweert is vanzelfsprekend een samenzwering van de agrochemische industrie en iedereen die er ook maar iets positiefs over te zeggen heeft, wordt met pek en veren ingesmeerd. Voorstanders vinden ggo’s een godsgeschenk. Honger of milieuverontreiniging? Geen probleem zo groot of je kan het met wat genetische manipulatie oplossen. Een onderzoek dat vraagtekens zet bij de veiligheid ervan hoeven ze niet eens te lezen om te weten dat het pseudowetenschappelijke rommel is.

Deze keer hebben de voorstanders gelijk. Het Franse onderzoek, ik heb het gelezen, is inderdaad rommel. De statistische analyse is een zootje en dan is er nog dat ene fascinerende zinnetje: “Enkel de meest relevante data werden in dit rapport weergegeven”. Je vraagt je af waar de andere data gebleven zijn. Maar ook de tegenstanders hebben een punt. Veel onderzoek wordt inderdaad gesponsord door de industrie en als er geld te verdienen valt is de waarheid het eerste slachtoffer. Liegen voor gevorderden, de agroindustrie heeft, net als big farma trouwens, al meermaals bewezen daar zeer bedreven in te zijn.

Maar het navelstaarderige “krijg ik er kanker van?” is niet de belangrijkste vraag in dit debat. Terwijl wij ons zorgen maken over de mogelijkheid dat onze kans op kanker met een paar fracties van een procent stijgt, sterft er om de 6 seconden een kind aan ondervoeding. Ik heb ze gezien in Madagaskar, de hongerbuikjes. Kinderen leven er op een dieet dat bestaat uit maniok, maniok en maniok. Ik zie het Jeroen Meus nog niet dadelijk klaarmaken maar het is wel de dagelijkse kost van meer dan een half miljard mensen. Jammer genoeg heeft het de voedingswaarde van een gestoofde schoenzool. Het neemt je hongergevoel weg en dat is dan ook het enige positieve dat je erover kan vertellen. Biocassava plus, een groep onafhankelijke wetenschappers,  probeert daarom een maniokvariant te ontwikkelen die voedzamer is. En ja hoor, ze doen dat met genetische manipulatie.  De groene lobby is er dus, u raadt het al, radicaal tegen. Volgens hen zijn er ook andere manieren om maniok te verbeteren. Tsja. Er bestaan naast condooms ook andere manieren om aids te bestrijden maar ze helpen wel.

Niet dat ggo’s nu de enige alleenzaligmakende oplossing zijn voor de wereldvoedselproblematiek. Daar is veel meer voor nodig. Maar ze kunnen wel een bijdrage leveren. Er zijn weinig zekerheden in het hele ggo debat. Dit is er eentje: als we echt iets nuttig willen doen met genetische manipulatie, moeten we niet op de industrie rekenen. They are only in it for the money, en als er iets is dat kinderen met hongerbuikjes zelden hebben, is het geld.  We zullen deze technologie dus uit de klauwen van de industrie moeten redden. Hun patenten, die ze te vuur en te zwaard verdedigen, openbreken zodat niet alleen de aandeelhouders van Monsanto hun buikjes rond kunnen eten. Genetische manipulatie kan meer zijn dan “turning plants into profit”. Laat het pek en de veren maar komen.