Claudia Roden

Barbara

Sinds een paar maand woon ik pal aan het centraal station in Antwerpen, in een buurt waar voornamelijk orthodoxe Joden wonen.

In een straal van 100 meter heb ik nu een ambachtelijke slager, een viswinkel, een kruidenier, twee bakkers en drie traiteurs. Beste buurt tot nu toe wat mij betreft.

Hoewel de vriendschap met mijn Joodse bovenburen nog niet echt van de grond komt – de conversatie bestaat op dit moment voornamelijk uit de bovenbuurvrouw die luidkeels brult dat de liftdeur niet goed gesloten is en dat er OOK ANDERE MENSEN ZIJN DIE DE LIFT WILLEN GEBRUIKEN – zie ik ons over een paar maand gezellig keuvelen bij een kopje thee terwijl ze mij de geheimen van de Joodse keuken uit de doeken doet.

Tot dat moment is aangebroken, haal ik mijn kennis uit ‘De Joodse Keuken’ van Claudia Roden. Een lijvig naslagwerk van 600 pagina’s, waarvoor Roden 16 jaar de hele wereld afreisde op zoek naar recepten uit de Joodse cultuur.

In een interview in de Times zegt Claudia: “For me, the worst, worst thing is the way people are eating disgusting food that is bad for their health, makes them fat and shortens their life – I do think it is serious. A lot of food is highly manufactured and contains enormous quantities of sugar and salt – this makes me angry.” Ik denk dat Claudia en ik goed overeen zouden komen. Misschien moet ik maar eens met Claudia een kopje thee gaan drinken in Londen, en samen een beetje fulmineren over slecht voedsel. Dat is misschien nog een realistischer plan dan overeenkomen met de bovenbuurvrouw.

Hieronder een recept uit het boek, voor viskoekjes. Het was mij tot dit recept nog niet gelukt om lekkere viskoekjes te maken, maar deze Italiaanse variant van het recept is een blijvertje. Met een frisse salade en wat partjes citroen voor een zomerse avond.

Gefrituurde viskoekjes (Italiaanse variant)

dit heb je nodig voor een 20tal koekjes:

500 gram stevige witte vis
4 el fijn, droog broodkruim of matsemeel
1 ei, losgeklopt
witte peper
3 el gehakte bladpeterselie of koriander
2 tenen knoflook, fijngehakt of geperst
10 fijngehakte ansjovisfilets
bloem
½ tl nootmuskaat
olie om in te frituren
citroenpartjes om te garneren*

zo maak je het:

Maal de vis in de keukenrobot – laat ‘m zo kort mogelijk draaien anders wordt het mengsel te slap. Meng alle ingrediënten behalve de bloem, olie en citroenpartjes en kneed alles met de hand tot een smeuïge massa. Vorm er balletjes van ter grootte van een walnoot, druk ze een beetje plat en laat ze in de koelkast koud worden. Haal ze door de bloem en frituur ze in matige hete olie (160°). Frituur er niet meer per keer dan er naast elkaar in de pan passen; keer ze eenmaal op en frituur ze tot ze goedbruin en krokant zijn. Laat ze op keukenpapier uitlekken.

*Ik deed er zelf nog een beetje citroenzeste onder het vismengsel, het is vast niet helemaal kosjer (ja die kon ik niet laten liggen) om een eeuwenoud recept te veranderen, maar wel lekker fris zo.