kweeperenaioli

Johanna
18.10.2011

Ergens in de top drie van dingen waar je mij absoluut geen plezier mee doet staan rommelmarkten. Het is dat ik van een te grote hoop rommel bij elkaar al snel overprikkeld raak. En dan zie ik het verschil niet meer tussen ‘dat heeft wel iets’ en ‘gewoon mottig’.

dubbel

Waar ik dan wel weer blij van word, zijn de rommel- en kringloopspullen die ik altijd zomaar van Sophie kado krijg. Het mooist van al is dat ik hiervoor zelf niet op jacht moet. Als ik bij haar op bezoek ben en ze heeft op één van haar vele tochten iets voor mij op de kop getikt, zegt ze gewoon: “Zeg Jo, ik heb nog iets voor u.” Zonder haar zou mijn huis het gezellige hol niet zijn dat het nu is. Dankjewel vriendin! Volgens mij is het een gave. Ik ken niemand met zo‘n vakkundig oog voor tweedehands.

Omdat je zulke vrienden moet soigneren, trapte ik twee zondagochtenden geleden mijn fietske richting Domestic. Want Sophie heeft haar kelder leeggemaakt en de inhoud ervan uitgestald op de rommelmarkt in ’t stadspark. En ik heb beloofd om daar samen met haar en een grote zak knapperige croissants te ontbijten.

Wanneer we gezellig samen tussen haar rommel gepropt zitten, word ik zo wild enthousiast van die verdomd lekkere Domestic-croissants dat ik er prompt ééntje aanbied aan onze buurvrouw. “Graag” zegt zij. En een beetje later: “Zeg, dit kleedje is dat niks voor u? Gij met uw smal tailleke zou hier schoon mee staan. Voor 5 euro moogt ge ’t hebben.” “Verkocht” zeg ik. Dat de zomer eigenlijk gedaan is, kan mij niets schelen. Die komt volgend jaar wel terug en ondertussen kan ik toch maar mooi in stijl de laatste zon uitwuiven.

DSC_2064

Gesterkt door een eerste koopje en een top-ontbijt, maak ik even later ook een rondje op de rommelmarkt. Maar ik had beter moeten weten. Rondslenterende mensenmassa’s zijn niets voor mij. Het enige wat ik zie zijn mensen die zich gelukkig kopen aan spullen waarvan ik denk: heb je dit echt nodig? Terwijl ik mij zo lekker loop te ergeren op de laatste zonnige zomerzondag, bots ik totaal onverwacht op een kraampje met iets wat me wel interesseert: kweeperen!

Ik weet meteen: mijn buit is binnen. Een zak kweeperen en een nieuw kleedje. Ik zeg met een voldaan gevoel de rommelmarkt gedag. En omdat de vrienden straks gebraden kip komen eten, weet ik ook al wat ik met mijn kweeperen ga aanvangen. Kip met appelmoes, ’t zal wel zijn. Vanavond komt er kweepeer-aioli op tafel. Klinkt misschien wat gek, maar is superlekker. Een beetje hartig (want er zit knoflook in) en zoet tegelijkertijd.

Terwijl de kip gevuld met verse kruiden en een doormidden gesneden citroen in de oven staat, kook ik de kweeperen zacht. Daarna gaan ze samen met een half teentje knoflook de vijzel in. Meer knoflook kan ook, het is tenslotte aioli. Maar rauwe knoflook is nogal heftig, daarom houd ik het op een half teentje.

Eens plat gevijzeld moet er nog een wat olijfolie, citroensap, witte wijnazijn en honing door. En voilà: veredelde kweepeerpuree!

DSC_2076

Dit heb je nodig

  • 3 kweeperen, geschild en in stukken gesneden
  • 1/2 teentje knoflook
  • 1 tl zeezout
  • 7 el olijfolie van goede kwaliteit
  • 1 scheutje citroensap
  • 2 scheutjes witte wijnazijn
  • 2 el vloeibare honing

Zo maak je het

Doe de stukken kweepeer in een pan en overgiet ze met wat water. Kook ze tot ze heel zacht zijn, dat kan tot 30 minuten duren. Giet ze af. Wrijf de knoflook met wat zout fijn in de vijzel. Werk er de stukken kweepeer door, zodat je een gladde puree krijgt. Werk de olijfolie er beetje bij beetje door, zodat je een goed gebonden saus krijgt. Meng er het citroensap, de azijn, en honing door.

(Naar het recept van Diana Henry uit Honingzoete vijgen en Ingemaakte citroenen.)