brandnetelpesto

Barbara
27.07.2011

Tijdens het joggen in het park, peinzend over mijn lege frigo en wat te doen voor het avondeten straks, kreeg ik de ingeving om brandneteltoppen te plukken voor een – vast overheerlijke – brandnetelpesto.

Enthousiast over dit idee, stopte ik – bij de tweede keer het brandnetelbosje passeren – vroegtijdig met lopen en begon de topjes van de brandnetels te plukken, meewarige blikken van andere joggers trotserend. Uiteraard bleven handen en kuiten niet gespaard van wat stevig genetel, maar dat is goed voor de bloedsomloop, toch?

IMG_3217

Met een rode kop en een omgeplooide t-shirt vol frisse netelblaadjes (ik werd wijselijk geadviseerd niet de lage te pakken, wegens hondjespis – briljante tip) fietste ik terug naar huis en maakte dit bordje spaghetti.

Het werd een beetje een zonderlinge pesto doordat ik me moest redden met de inhoud van frigo en voorraadrek. Ik deed hazelnoot in plaats van pijnboompitten en gruyère in plaats van parmezaan. ’t Smaakte lekker fris, wel érg groen, maar mijn oordeel was niet zo streng, omdat ik danig opgezet was met mezelf voor dit inventief staaltje padvinderskeuken.

IMG_3226

 

Dit heb je nodig

  • 3 handen groen (klassiek: basilicum, variaties: brandnetel, rucolla, ...)
  • 100 gr pijnboompitten
  • 100 gr parmezaanse kaas
  • olijfolie
  • 1 of 2 teentjes look (voor de liefhebbers)

Zo maak je het

Rooster de pijnboompitten in een pan zonder olie. Hou goed in de gaten, ze worden snel te zwart. Laat ze afkoelen voor gebruik. Mix alle ingrediënten in een keukenrobot: parmezaan, pitten, basilicum, look. Voeg zoveel olijfolie toe als je zelf wil. Kruiden met peper en (eventueel) zout. Je kan ook wat citroensap of -schil onder de pesto mengen.

Zoals hierboven bewezen, is variatie mogelijk en zijn de opties schier eindeloos: rucolla, brandnetel of peterselie als groen, hazelnoten, walnoten of amandel als noten en pecorino, gruyère of manchego als kaas. Laat u volledig gaan.