food zines
Een foodmagazine kan meer zijn dan een frivool receptenboekje. Kortverhalen, stillevens, kruiswoordraadsels, playlists, een traktaat over hotdogworstjes: je vindt het allemaal in onze selectie foodzines. Wij kozen vijf toppertjes uit: Lucky Peach, Mood, Fool, Diner Journal en Brother.

#1 Lucky Peach
Lucky Peach is een lichtjes geschift magazine voor die-hard foodies. LP brengt een eclectische mix van kortverhalen, recepten, kunst en interviews, per nummer gegroepeerd rond één thema. Die thema’s variëren van – te verwachten – street food of ramen tot – minder voor de hand liggend – apocalyps of gender. Het hoofdkwartier van LP is in San Francisco, waar het magazine vier keer per jaar wordt uitgegeven door Mc Sweeneys, de befaamde uitgeverij van Dave Eggers. Het colofon van LP herbergt de crème de la crème van de internationale culinaire scene. Voor wie houdt van literaire essays over eten, een vette portie tongue-in-cheek, illustraties en grappige concepten (een inventaris van alle soorten worsten die wereldwijd tussen een broodje worden gestoken om een hotdog te maken, een smaaktest van ingeblikt voedsel, een wetenschappelijke beschrijving van de schimmels die ontstaan als je een bordje van een sterrenchef te lang op tafel laat staan).
#2 Mood
De Amerikaanse grafisch vormgever Emma en de Spaanse journalist Mario brachten hun twee passies samen in één magazine: Mood, een alliantie van music en food. Dit levert recepten op die geïnspireerd zijn op iconische bands: een broodje ‘Tuna Turner’, een vettige ‘Rolling Scone’ of een zomerse ‘Salmon and Garfunkel’. Daarnaast vind je ook interviews met muzikanten en chefs, tips voor citytrippers op zoek naar de beste restaurantjes en platenwinkels, cd-reviews en recepten met muziekadvies. Zo is de ‘ocean-themed playlist’ perfect voor een etentje met schaaldieren en vis, met nummers als ‘octopus’s garden’ van de Beatles of ‘Do the clam’ van Elvis Presley.
#3 Fool
Op de cover van het Zweedse magazine Fool prijkt steeds een oppergod uit de gastronomie. Ook binnenin gaat het nooit over de dagelijkse keuken. De focus ligt duidelijk op de hogere regionen van het culinaire spectrum. En toch is FOOL geen magazine dat enkel interessant is voor frequente bezoekers van sterrenrestaurants. Je leest over de ontmoetingen en gebeurtenissen die chefs hebben beïnvloedt, over de context waarin ze werken, de mensen en dingen rondom hen die inspireren. De verhalen zijn toegankelijk en halen de topchefs vaker van hun voetstuk dan dat ze hen er op plaatsen. En als er toch een recept in te vinden is, is het ééntje met een verrassende wending waarbij bijvoorbeeld niet de bereidingstijd maar de tijd die de ingrediënten nodig hadden om tot stand te komen wordt vermeldt. Zo is je omelet op tien minuten klaar maar liep de eend al twee jaar te scharelen voor zij het eitje in kwestie legde. Fool is qua vormgeving en stijl eerder klassiek, met glanzend papier, grote (portret)foto’s zowel van mensen, gerechten als ingrediënten.

#4 Diner Journal
Elke editie van Diner Journal – en dat zijn er sinds de start in 2006 al zo’n 27 – ziet er totaal anders uit. Soms lijkt het, te oordelen aan de cover, een droog wetenschappelijk magazine, dan weer een nerdy sciencefiction blad, een kunstmagazine of een glossy modetijdschrift. Eerder toevallig ontdek je dat het hier om een magazine over eten gaat. Opmerkelijk is dat het wordt uitgegeven door een New Yorkse restaurateur. De medewerkers zijn mensen die op één of andere manier betrokken zijn bij zijn restaurants, met als hoogtepunt een eindredactrice die tevens barvrouw is. Veel recepten, kunst, poëzie, literatuur én een kruiswoordraadsel in Diner. De foto’s bij de recepten zijn nooit simpele afbeeldingen van het eindresultaat maar stillevens met groenten en fruit in felle kleuren, olieverfschilderijen of zelfs abstracte houtskoolschetsen. Voor wie houdt van vreemde eendjes.
#5 Brother
Brother is een klein maar fijn magazine dat op zoek gaat naar de mensen die het eten produceren dat op ons bord terecht komt. In het eerste nummer wordt de kleinschalige kippenkweker Brandon Chonko geportretteerd. Niet geschikt voor snel ontstemde magen, want de bloederige foto’s van een kippenkop op het kapblok zijn vrij expliciet. Het tweede nummer brengt het verhaal van een schaaldierkweker. De oranje manden vol clams, de uitgestrekte oestervelden en de vele foto’s van de zee doen je verlangen naar longen vol jodium en een mond vol zilte oester. Brother is een tweejaarlijks magazine voor liefhebbers van verhalen. De rustige, dromerige foto’s maken het samen met de sobere, gestileerde vormgeving tot een kleinood dat niet snel bij het oud papier zal belanden.
Deze post verscheen in lichtjes gewijzigde versie in De Standaard Magazine van 21 juni. Foto’s: Olmo Peeters.