Joke
“Door messen te maken heb ik leren kijken en voelen. Zelfs een gewoon stukje hout kan tot mijn verbeelding spreken.”

Twee jaar geleden veroverde Joke Den Roover een stageplaats bij messenmaker Antoine Van Loocke, die messen maakt voor In De Wulf, De Vitrine en ’t Hof Van Cleve. En het bleef niet bij een stage. Intussen werken de twee nog altijd samen en heeft Joke zich de ambacht van het messen maken meester gemaakt.

Hoe kwam je bij Antoine Van Loocke terecht?
Ik studeerde Interieurarchitectuur en in mijn laaste jaar moest ik een maand stage lopen. Ik zocht een stageplaats waar ik met mijn handen kon werken en een vriend van mijn ouders kende Antoine. Hij waarschuwde me wel dat Antoine nogal eigenzinnig is: ofwel heeft hij het voor je, ofwel helemaal niet.
De eerste keer dat ik hem ontmoette, wist ik niets van messen. Ik kende niet eens het verschil tussen een heft en een lemmet. Tijdens ons eerste gesprek gebruikte Antoine allerlei vaktermen. Hoewel ik deed alsof, had ik geen flauw benul waarover hij het had. Dus typte ik alle woorden die ik niet kende stiekem in mijn gsm en zocht ze nadien op. De tweede keer dat we afspraken, voelde ik dat hij mij testte. Toen bleek dat ik mijn huiswerk gemaakt had, was de zaak beklonken: ik mocht beginnen. De voorwaarde was wel dat ik me geen maand maar wel een jaar zou inwerken. Hij wou dat ik er niet 100% maar wel 200% voor ging.

Wat voor messen maken jullie?
We geven oude messen een tweede leven. Regelmatig schuimen we rommelmarkten af op zoek naar oude messen, hiervan recupereren we het lemmet en daar zetten we een nieuw heft aan. Ik houd wel van die cradle-to-cradle filosofie, waarbij je oude materialen herwerkt tot iets nieuws.

Het heft dat we aan het mes zetten, maken we zelf en bestaat uit materialen zoals hoorn, hout, maar ook leer, noten of zelfs krantenpapier. Als het mes klaar is, laten we het lemmet soms verchromen, zodat het niet roest. Zelf vind ik roest niet erg, het geeft ziel aan een mes. Maar veel mensen hebben liever een glanzend lemmet, dat niet oxideert.
Waar vind je inspiratie?
In de materialen waarmee ik werk. Van Antoine heb ik geleerd dat je overal inspiratie in kan vinden. Hij zegt altijd: “Als je ’t niet meteen ziet, moet je nog maar eens goed kijken.” Neem nu de blauwe regen die in onze tuin staat, in het voorjaar groeien daar grote peulen aan. Als ze afvallen, splijten die open en krullen op. Hun kromming is zo mooi, daar wil ik volgend jaar zeker iets mee doen.


Zijn er messen waar een bijzondere herinnering aan vasthangt?
Ik ben erg gehecht aan de messen uit mijn stageperiode. Het waren vaak experimenten, ook voor Antoine. Van veel dingen die we probeerden, wisten we niet of ze gingen lukken. Zo heb ik toen een mes gemaakt met een heft uit krantenpapier. Alle laagjes papier lijmde ik met de hand op elkaar, tot ik een blok had waar ik op de draaibank een heft uit kon draaien.
Of mijn allereerste mes, dat vind ik ook nog altijd bijzonder. Toen ik het maakte, werkte ik nog maar net op een draaibank. Ik sleep te veel van het hout weg, waardoor het heft dun werd en krom ging staan. Ik vond dat mes absoluut niet kloppen. Maar intussen is het een van mijn favorieten. Als er iets mislukt vind ik dat niet erg, zolang ik er maar iets uit leer. Anders vind ik het echt zonde.


Hoe zou je Antoine omschrijven?
Antoine is absoluut gene gemakkelijke maar hij heeft een gouden hart. Wij kunnen veel van elkaar verdragen. Ik kan alles tegen hem zeggen, en hij ook tegen mij. En hij gelooft in jonge mensen. Hij heeft me alles geleerd. Zijn kennis van het messen maken is het resultaat van een lange zoektocht, en ik krijg dat zomaar in mijn schoot geworpen. Als ik hem dat zeg, zegt hij: “Ja maar Joke, ik geef jou een lege doos. Je moet ze zelf opvullen, dat kan ik niet voor jou doen.”
(Alle mooie foto’s van het platinablond en guitig Joke zijn gemaakt door de minstens even blonde en guitige Matthias Bastiaens.)