lieflijke tomaatjes

Barbara

Tien minuten geleden was het nog 34 vreselijk warme graden, maar op dit moment valt er hagel uit de hemel. Een ongezien hevig onweer dat me voorlopig weerhoudt om mijn afspraken na te komen. Hier kan geen regenbroekje tegenop.

IMG_3374

Door de groentenpakketen die ik wekelijks afhaal, vormt er zich vaak een groentenberg in mijn frigo. Het opwerken daarvan lijkt me een prima activiteit tijdens een gedwongen thuishouding. Van alle groenten die er een beetje droevig uitzien, trek ik een bouillon. Ik zwier er – een beetje tegen beter weten in – ook al het loof van venkel en koolrabi bij. Nu ik in een opruimende bui ben, kan niets me meer stoppen. Zelfs niet het risico van bouillon met een koolluchtje.

De zak tomaten die al 2 weken in de frigo staat, bekijk ik met argwaan. Wat hiermee gedaan? Ik moet toegeven dat ik nogal een tomatensnob ben. Enkel echt lekkere, rijpe tomaten vind ik acceptabel. Ik vrees dat het met opvoeding te maken heeft; mijn vader reed in het weekend vaak naar Hoeilaart, om bij een boer op rust tomaten uit zijn serre te halen. Heerlijke zoete donkerrode tomaten met een heel zacht dun velletje. Een harde lichtrode tomaat zoals je die koopt in de supermarkt heeft hier gewoon in de verste verte niets mee te maken. Enfin, je merkt het: tomatensnob.

Deze jongens komen dus niet in aanmerking voor gewone consumptie. Maar mijn benutzieke bui was nog lang niet over. Drogen! Ik kan ze drogen in de oven, hopelijk worden ze dan lekker zoet en zacht van smaak. Ik snijd ze in partjes, doe er wat zout en rozemarijn op en zet ze in de oven op 100 graden. Mijn internetbronnen spreken elkaar nogal tegen over de duurtijd van het drogen, gaande van anderhalf uur tot 24 uur en over de juiste techniek: oven open of oven toe. Ik besluit ze met oven toe zo lang tijd te geven als ze nodig hebben om naar een lieflijkere staat te evolueren.

IMG_3394_kl

Tussen de buien door waag ik het toch op de fiets te springen richting geratteerd etentje, de tomaten laat ik verder drogen in de oven. Terwijl we op het terras zitten te kijken naar de bliksemflitsen, denk ik af en toe aan mijn tomaatjes en dat het misschien toch wat onverantwoord is om een oven te laten aan staan als er niemand thuis is… Maar geen betere dag voor een potentiële keukenbrand zo blijkt, want alweer door een stortregen fiets ik een aantal uur later weer naar huis. We spreken vijf uur later en de partjes zien er al mooi gerimpelder uit. Oven uit en morgen testen of het iets is geworden met die rakkers.

De volgende dag zien ze er afgekoeld voortreffelijk uit, en mijn boterham ook. Ik word overvallen door een staat van gelukzalige huisvlijt, of het zou huisvlijtige gelukzaligheid moeten zijn. Eén schrandere inval, wat tijd en tikje dehydratatie was alles wat nodig bleek om de verguisde tomaten tot ongekende hoogtes te tillen.